Verhaal

Sjoukje van der Meer

“Ik hou van autorijden én ik vind het leuk om met mensen om te gaan.”

“Toen ik begon bij Kijlstra hadden we nog geen navigatie, maar een stratenboek achterin de auto. En in de dorpjes stonden aan het begin van die plattegronden. Toen moest je de straten nog echt opzoeken. De meldkamer Personenvervoer kon nog niet zien waar we reden, daarom moesten we ons melden via een ‘bakje’. Als de passagier was uitgestapt meldde je ‘ik ben leeg en sta daar en daar’. Nu is het veel relaxter en kunnen we veel meer ritten doen, omdat de centrale altijd weet waar we zijn en ons hierdoor beter kan aansturen.

Ik was al wat ouder toen ik mijn taxipas haalde. 53 om precies te zijn. Soms moet in je leven het roer wel eens om. Toen iemand tegen mij zei: “Ik denk dat jij heel geschikt bent voor taxirijden”, ben ik naar Kijlstra gegaan. Er was net een theoriecursus bezig en ik mocht wel instromen. Dat heb ik gedaan en ik heb het gehaald. Het duurde daarna nog een paar maanden voordat ik de praktijk kon doen. Ook dat heb ik in één keer gehaald. Daar ben ik zo blij mee. Mijn werk vind ik gewoon fantastisch. Soms kijk ik in de binnenspiegel en dan denk ik; ‘wat ben ik een gelukkig mens.’ Ik hou van autorijden én ik vind het leuk om met mensen om te gaan.”

“Mijn werk vind ik gewoon fantastisch”

Eigenlijk heel vlot nadat ik bij Kijlstra ben begonnen, heb ik intern gesolliciteerd voor NTS chauffeur. Ik vind het erg mooi om een puzzelstukje te zijn in zo’n transplantatieprocedure. Vanuit een verdrietige situatie bij de ene, kan een ander weer verder met het leven. Ik ben op dit moment de enige vrouw in heel Nederland die officieel werkt als NTS chauffeur. Nu met mijn AOW kan ik ook vaker voor de NTS rijden. Als ze me bellen en ik heb verder niks, dan vind ik het helemaal prima.”

Lange ritten vind ik het mooist. Soms heb ik een Valys rit (ritten buiten de regio voor reizigers met een mobiliteitsbeperking) en als de klant het huis uitkomt dan denk ik weleens ‘wat voor rit zou dit worden?’ Want ik zit wel twee tot drie uren met de klant in de auto. Soms ontwikkelt zich juist dan een fantastisch gesprek. We rijden ook vaak met mensen die ziek zijn. Sommigen vinden het heel fijn om het eens niet over hun ziekte te hebben, dus dan praten we over andere dingen. Als je een andere draai aan het gesprek geeft, dan stappen ze heel anders uit de auto. Je maakt heel wat mee in de taxi. Zo vroeg een jongeman tijdens de nachtdienst aan mij of ik een dochter had. Ik vroeg zonder antwoord te geven “Waarom deze belangstelling?” Hij zei toen: “Ik wil zo graag dat u mijn schoonmoeder wordt.

We kunnen tot ons zeventigste bij Kijlstra werken. Daarna is het gebeurd. Ik hoop dat ik zo lang gezond blijf. Sinds dit jaar heb ik AOW en werk ik nog maar twee dagen per week. Als het nodig is, werk ik extra. De komst van corona zag ik een beetje als een generale repetitie. Vanaf dat moment ben ik al veel minder gaan werken. Ik vind het prima zo. Ik ben nu meer thuis en sport meer. Ik wil alleen maar leuke dingen doen en als het nodig is kan ik de kinderen helpen. Het is een heel ander leven.”